Jan Baptist
                                                                                                                   Uitgever en vertaler Deens
       

                             



Als ik blind word (gedichten)

Als ik blind word voorbladHoe krijg je greep op je bestaan onder die omstandigheden?

 

De bovenstaande regel uit het gedicht 'De Vrouwen van Kopenhagen' geeft de thematiek van deze gedichtenbundel goed weer.

Het zoeken naar antwoorden op existentiele vragen in omstandigheden waarin de mens zich begeeft, bevindt of wordt geduwd.


Het taalgebruik van Niels Hav wordt gekenmerkt door een grote directheid, waarmee hij, ondersteund door humor en ironie, probeert de wereld te verklaren zoals die zich voordoet, terwijl hij dicht bij de werkelijkheid probeert te blijven. De eenvoud is echter schijn en de werkelijkheid neemt af en toe surrealistische, lichtelijk absurdistische trekken aan. De onderwerpen die hij behandelt strekken zich uit van alledaagse gebeurtenissen als een lawaaierige ekster in de achtertuin tot existentiele vragen over de aard van de mens en over wat voor een wereld we aan onze kinderen nalaten.

 

In een interview in mei 2007 met de Marokkaanse dichter en vertaler Mohamed Said Raihani voor de website Middle East Online zegt hij: 'Ik wil in mijn gedichten niet wegzeilen naar de hemel, ik wil dicht bij de werkelijkheid blijven.' 

In 'Mijn fantastische pen' verwoordt Niels Hav het aldus:

         Ik schrijf het liefst

         met een gebruikte balpen gevonden op straat

         ...

         ...

         ... Hij ruikt

         zwakjes naar hondenpis en schrijft fantastisch

 

Niels Hav schuwt de klare taal niet, want: 'poezie is niet voor watjes.'

Ook in 'Bezoek van mijn vader' komt de dagelijkse realiteit aan de orde als de vader uit het raam kijkt en de vuilnismannen aan het werk ziet. Ze hebben het druk en zo hoort het ook! Maar het is het door de Ik-figuur verinnerlijkte beeld van de vader dat spreekt.

In een interview in het Servische Politika Online zegt Niels Hav op de vraag van de interviewer Dragan Radovancevic waarom hij in zijn poezie zo bezig is met dagelijkse dingen: 'Als poezie zin moet hebben, moet het onder woorden brengen wat ons in het dagelijkse leven bezighoudt. De taak van de dichter is onze gemeenschappelijke ervaringen te ontcijferen.'

Daarbij beperkt Niels Hav zich niet tot een beschrijving van het dagelijkse leven, ook de innerlijke discussies over goed en kwaad die zich in elk mens afspelen vormen zijn onderwerp. Immers ook een dagelijkse werkelijkheid.

Dat ironie een rol speelt blijkt uit 'Ter verdediging van de dichters', waarin de dichters op een ironische en tegelijk meelevende wijze onder de loep worden genomen.