Jan Baptist
                                                                                                                   Uitgever en vertaler Deens
       

                             



Het grootste verdriet op aarde is 

missen van wie men houdt

 

    

Eindelijk wakker

Ik kan me geen overlijden herinneren dat een grotere opwinding heeft veroorzaakt dan dat van mijn goede vriend dokter L. in R. Men hield elkaar staande op straat, men liep van deur tot deur met de vraag: Hebt u het gehoord? Weet u het al? Wat zou er gebeurd zijn? Zou hij het gedaan hebben in een vlaag van verstandsverbijstering? Hij was een buitengewoon aardige man, bij iedereen geliefd en door iedereen geacht; een uitstekende arts met een grote praktijk. Gelukkig getrouwd, zo leek het, vader van zes kwieke kinderen, van wie de twee oudste zonen de deur uit waren, de oudste dochter getrouwd met een keurige ambtenaar, de tweede dochter had net belijdenis gedaan en de twee jongste waren tien en twaalf jaar oud. Verder was hij een vermogend man, gastvrij en altijd opgewekt en aangenaam gezelschap. Hij was 48 jaar en nooit ziek.

Plotseling ging het gerucht dat hij onwel was geworden. Zijn patienten wachtten een hele dag tevergeefs op hem. Men liet navraag doen, men kwam hem opzoeken, maar hij ontving niemand. Er werd gezegd dat de dokter sliep of dat hij zich niet goed genoeg voelde om iemand te zien. De andere dokter van de stad werd dan wel niet geroepen, maar toch binnengelaten. Als men hem vroeg naar dokter L.'s toestand, trok hij zijn schouders op, schudde zijn hoofd en zei dat hij deze ziekte niet kende. Geneesmiddelen wilde hij niet gebruiken. Ik, zijn dominee, was de enige die dagelijks langere tijd bij hem kwam. De kinderen kon hij niet verdragen. Als een van hen binnenkwam, keerde hij zich om naar de muur. Zo lag hij acht dagen in bed, op de negende schoot hij zich dood. Toen de andere dokter verklaarde dat hij in een vlaag van verstandsverbijstering zelfmoord had gepleegd, kon hij met alle eer worden begraven. Ik wilde een paar woorden zeggen bij zijn graf, maar het verdriet brak mijn stem en ik kon door mijn tranen heen nauwelijks de afsluitende formulering opzeggen.

Vlak voor zijn dood vertelde hij me de redenen voor zijn vreselijke daad. Maar wat toen een geheim was, bleef dat niet lang, omdat nog vijf anderen ervan wisten. Een van hen, gedreven door jaloezie en verklaarbare boosheid, was niet in staat het verhaal van een misdaad voor zich te houden, een verhaal dat beter samen met zijn ongelukkige slachtoffer begraven had kunnen worden om alleen beschikbaar te zijn voor de rechterstoel van de eeuwig Rechtvaardige. Wat op dat tijdstip stiekem rondsloop als een gerucht kan nu gerust aan het papier worden toevertrouwd, zonder overigens de namen van de betrokkenen te noemen, want van hen zijn alleen nog drie kinderen van dokter L. in leven, die bovendien in het buitenland wonen, en zijn weduwe, de hoofdpersoon van deze tragedie. Maar ik zal mijn vertelling op een eerder tijdstip laten beginnen.