De invasie van de zweefvliegen
De ochtend begon wat nevelig, maar dat kun
je verwachten begin augustus. En volgens Joke moet een mooie,
zonnige dag nevelig beginnen. Zij kan het weten, ze is
boerendochter. Dus het leek weer een mooie, zonnige dag te
worden, zoals de voorgaande dagen, een oase in de verregende
zomer.
Het viel me pas op toen ik
terugkwam van het toiletgebouw op de camping: er waren
ongewoon veel vliegen. Veel meer dan de voorgaande dagen. Ze
leken uit de struiken te komen die het huis van de
campingeigenaar midden op de camping omgaven. Ik bleef staan
kijken over het veld waar we onze tent hadden staan. Er waren
inderdaad veel vliegen. Ze kwamen uit de struiken, staken het
geasfalteerde pad over en vlogen over ons veld dat loodrecht
op het pad stond, maakten een rondje boven het veld en kwamen
weer terug. Even kwam een beeld uit het Carboon in mijn
gedachten, een periode waarin er ook veel insecten moeten
hebben rondgevlogen.
De vliegen waren allemaal van dezelfde
soort, een soort die in veel geringere mate normalerwijze hier
rondvliegt en ook thuis te vinden is. Hij is vrij traag, lijkt
in het patroon op zijn achterlijf op een wesp: dezelfde gele
kleur met zwarte strepen, maar is kleiner en volstrekt
ongevaarlijk. Ze zijn alleen hinderlijk in deze grote
aantallen. Wij noemden ze altijd nepwespen, maar het zijn
zweefvliegen. In de loop van de ochtend leken er alleen maar
meer vliegen bij te komen.
Om ze bij onze ontbijttafel weg
te lokken, zetten we een jampot met een restje jam op een
meter of vijf verderop. Het hielp, in zoverre dat de jampot
binnen tien minuten tot de rand was gevuld met zweefvliegen.
Op het totale aantal maakte het geen enkel verschil.
Na het ontbijt besloten we naar
het strand te gaan in de verwachting dat er daar minder
vliegen zouden zijn en omdat het heerlijk strandweer was. Maar
daar aangekomen bleek dat de vliegen ook hadden besloten naar
het strand te gaan. We twijfelden over een goede plek: vlak
aan het water of hogerop tegen de duinrand, die hier een meter
hoog is en een vlak, met gras begroeid achterland kent,
afgewisseld met jeneverbesstruiken en meidoorn. Om het gebied
bosvrij te houden lopen er koeien en paarden vrij rond. We
kozen voor dichtbij het water, daar leken er toch wat minder
vliegen rond te zweven.
Het was nog het beste gewoon
languit te gaan liggen en niet, ook maar een beetje, omhoog te
komen. Zodra je omhoog kwam, botsten er van alle kanten
vliegen tegen je aan. En ook als je lag, voelde je constant de
vliegen over je heen kruipen. Mijn rugzak, die altijd mee is
op vakantie en waar alle noodzakelijke spullen voor de
uitstapjes in worden vervoerd, stond en metertje van ons af.
De kant die op de rug aansluit was bedekt met vliegen.
Blijkbaar om het transpiratiezout op te snoepen. Een Duitse
familie - vader, moeder en een volwassen zoon - gaven het na
een kwartier op het strand zitten met heftig gewapper van
handdoeken weer op en vertrokken. En ze waren niet de enigen.
Na een poosje languit liggen
besloten we het water in te gaan om even aan het gekriebel en
het gekrioel van de vliegen te ontsnappen, maar de vliegen
bleken ook besloten te hebben het water in te gaan. Ze
scheerden laag over het water, landden op het water, vlogen
weer aan land.
Drie dagen later was de ergste plaag over
en hoewel meer dan gewoonlijk was het aantal vliegen via
natuurlijke weg tot een niet meer hinderlijke proportie
teruggebracht. En nog een paar dagen later waren ze verdwenen
alsof er nooit iets was gebeurd, maar bij thuiskomst vonden we
diverse lijken van zweefvliegen tussen onze vakantiespullen.
Jan Baptist
Augustus 2004
Denemarken, Vesterlyng, Sjaelland